Een kort gevoelig sprookje van Karin: hoe kleine dingen veel uit kunnen maken in het dagelijks leven.

De verborgen glimlach
Er was eens een jongetje dat Ewout heette. Hij was het vijfde kind van de negen van een eenvoudige schoenlapper en zijn vrouw. Ze woonden in een oud onopvallend stadje in een vervallen onbeduidend huisje. Hun leven was zwaar maar toch hadden ze hun draai wel gevonden in het dagelijks leven. Heel soms, wanneer de dag en het werk voorspoedig waren verlopen, zaten ze ’s avonds bij elkaar om een spelletje te spelen. Het was Ewout die met zijn levendige aard en klaterende lach zulke avonden glans gaf.
Aan de vooravond van zijn negende verjaardag sprak zijn moeder: “Ewout, vanaf morgen hoor je bij de groten en ga je meehelpen de kost te verdienen. Je kunt bij de herberg de paarden gaan verzorgen van de reizende gasten. Maar… de grote wereld is boos en niet te vertrouwen, als ik jou was zou ik heel goed op mijn stralende lach passen.” Na deze woorden lag de jongen nog lang op zijn strobedje te piekeren en uiteindelijk besloot hij midden in de nacht om zijn glimlach te verstoppen in zijn speciale persoonlijke bewaarkistje, zodat er zeker niets mee zou gebeuren: daar was die lach van hem veilig.
Ewout deed goed zijn best bij de herberg. Hij voelde zich echter met de dag minder lekker in zijn vel zitten, was moe, keek bleek en was vaak met zijn gedachten ver weg. Zijn ouders zagen het wel, maar zagen geen kans om er met hem rustig over te praten. Toen Ewout voor de zoveelste keer met zwaar gemoed bij de stal van de herberg met de paarden in de weer was, kwam een van de rondreizende gasten binnen. Het was een boswijze die op doorreis was naar de jaarlijkse plenaire vergadering van de Associatie van de Landelijk Erkende Magiërs. Met zijn vriendelijke lichtblauwe ogen keek hij Ewout doordringend aan en zei slechts: “Beste jongen, schatten moet je delen en niet voor je houden.” Ewout voelde ineens de tranen achter zijn ogen prikken en terwijl hij die weg knipperde was de boswijze ineens verdwenen. Was dit nou echt gebeurd of niet?
Ineens begreep hij het. Die glimlach moest de wereld in! Thuisgekomen bevrijdde hij direct de lach uit zijn kistje. Vanaf die dag leken er in de bermen de prachtigste veldboeketten te staan, kon hij praten met de paarden en de herbergier begon hem complimentjes te geven. Het vreemde was, dat zijn broertjes en zusjes door hem werden aangestoken en ieder leek zich gezonder te voelen en was veel zelfbewuster. Hun arme huisje leek zich alleen nog maar in stralend zonlicht te baden. En de boswijze? Die zag het van een afstand aan… en glimlachte.
Karin Vossen
Plaats een reactie