Zo groot kan een klein moment zijn… Wat onze Annie meesterlijk onder woorden brengt.
Kleine dingen
Als ik mijmerend voortstap over het dagelijkse wandelpad zie ik in de heldere lucht wolken drijven.
Geen grenzen te bespeuren; openbare ruimte voor iedereen gratis te bezichtigen. Zo vaak en lang als men wil. Grenzeloos genieten.
Naast mij hoor ik mijn man mompelen: ‘Heerlijk, dadelijk een bordje havermout, dan koffie en mijn dag is goed’. Een glimlach naar elkaar maakt tevreden zijn compleet.
Wat hebben wij veel prachtige herinneringen aan de “beroemde” tuin van Peter en Anja! Karin werd vooral stil van al dat leven rondom hun vijver. En vooral van de kikkerconcerten!
Niet zo maar een vijver
Hij valt niet op en slechts weinigen weten van zijn bestaan. Hij ligt onopvallend te stralen, uit te nodigen, zichzelf te zijn: constant in verandering, geen dag hetzelfde. Dat laatste alleen al is een adembenemend sprookje.
Op zomerdagen geeft de zon opdracht aan duizenden sterren om overdag aan het wateroppervlak te flonkeren als de allerbest geslepen diamantjes. Alles en iedereen is warm en voldaan. Aan de rand rusten schaduwen tevreden uit.
Wanneer de dagen roestbruin kleuren en duidelijk beginnen te korten, hoor je insecten héél zachtjes krioelen en ritselen tussen gevallen blaadjes, klontertjes vochtige aarde en de meest vreemde zwammetjes. (Inderdaad, daar moet je wel heel goede oren voor hebben, maar waarom zou je het niet proberen?)
Met de komst van de winter verstilt het water en al het leven rondom. Onder een koude-werende witte mantel van geduld en vertrouwen wacht alles op het naderende nieuwe groen. De bomen wachten, de knaagdiertjes wachten, de mensen binnen in het huis vlakbij de vijver wachten. Het is een zoet tijdverdrijf.
Dan geeft er iets of iemand het sein groen. Zomaar ineens trilt de hele vijverwereld. Vogels kwetteren van een nieuw leven. De lucht is gevuld met hun stoutmoedig gezang dat overal rondom de vijver ijverig wordt beantwoord. De eerste eierschalen breken door naar het daglicht en de eerste kleine kraaloogjes besnuffelen nieuwsgierig hun toekomst.
En wat doen die mensen in dat huis bij de vijver? Zij spitsen hun oren en eindelijk, dáár is het dan: het bezwerend niet aflatend gekwaak van kikkers. Zo mooi, zo intens. Op dat moment beginnen ook hun harten te kloppen voor de lente en rennen ze naar buiten. Want waarom zou je niet van binnen een kind zijn en blijven en proberen een kikker te kussen?
Afgelopen weekend kwam er weer een einde aan de Tour de France. Met elke etappe weer: de wielrenners op de voorgrond en op de achtergrond een steeds ander, schitterend Frans landschap. Onze Resi heeft er haar hart aan verpand!
Vandaag nemen wij jullie mee naar Geysteren, Noord-Limburg. Een dorp dat eeuwenlang in bezit was van een adellijke familie, die daar in een prachtig kasteel woonde. Daarvan is nu nog maar een ruïne over.
Op dit schilderij straalt het kasteel nog in zijn oude glorie. Karin probeerde, net als de schilder, de geschiedenis ervan in woorden te vangen.
schilder: Van Bergen, kasteel vóór de grote brand eind 19e/begin 20e eeuw
Vandaag een persoonlijk en indrukwekkend verhaal. Helder en knap geschreven: petje af voor Terry.
Verborgen glimlach
De kleuren stralen me tegemoet wanneer ik de ontvangsthal betreed. Maar ze kunnen toch niet voorkomen dat mijn maag zwart en zwaar aanvoelt. Codes intoetsen en deuren glijden open, een wereld op zichzelf. Vogels in de grote volière tsjilpen en kwetteren, zelfs nestkastjes die zorgen voor jong nieuw leven. Het moet bewoners en familie een vrolijke noot bieden. Ongetwijfeld goed doordacht, maar het heeft op mij het omgekeerde effect. Het contrast overvalt me telkens weer: jonge kleurige vogels bekeken door scheefgezakte, apathische mensen in een rolstoel. Een heel leven, zorgzaam, energiek, genietend, werkend, achter de rug. Eindigend in dit verpleeghuis. Schuldgevoel zo groot als de borrelende waterval langs de volière. De rode leuning wijst me de weg, ik streel hem licht met mijn vingers. Bijna liefkozend, want ik weet dat hij hier langs rijdt met zijn trippelstoel, zich af en toe vooruit trekkend aan deze rode leidraad.
Zie mijn vader zitten, nog maar een fragiel mannetje. Toch valt hij op met zijn zilverwitte haren, die stralen in het beetje zonlicht dat op hem valt. Ogen staan dof, maar twinkelen wanneer hij me ziet. En dan is daar die verborgen glimlach, wat maakt dat mijn hart springt van geluk en verdriet.
Ik kus hem en vraag hoe het met hem gaat. “Kan nog steeds goed eten, drinken en slapen, dus het gaat goed”, zegt hij in een helder moment. Het volgende moment vraagt hij zich af wat al die mensen hier doen en wanneer hij weer moet gaan werken.
“Vandaag niet,” zeg ik “zullen we een kopje koffie gaan drinken, je moet tenslotte alles op peil houden toch?“
“Ja zo is het maar net”, beaamt hij met zijn zachte fluisterstem. Dit maakt hem steeds moeilijker te verstaan, maar als ik naar zijn blauwe ogen kijk, zeggen die vaak meer dan zijn woorden. We nemen het fotoboek mee, waar prachtige natuurfoto’s in staan. Natuurfoto’s en natuurfilms waren een van zijn passies. Samen bekijken we prachtige opnames van dieren, planten en gebergten, verzameld uit alle wereldhoeken en gebundeld in dit boek. Af en toe zakt hij weg en sluit zijn ogen. Wanneer ik even later zijn hand pak, opent hij zijn blauwe kijkers weer. Ze lichten op, aanbeland bij ons meest bekeken hoofdstuk: de Noorse fjorden en die geweldige staartvin van ’s werelds grootste walvis. Ook gespot en vastgelegd in de Noorse wateren. We slurpen de foto op en het voelt bijna alsof de zeewind om ons heen blaast. Spetters van de walvisvin op ons gezicht. Het blauw van het water weerspiegelt in mijn vaders lichtblauwe ogen. Dat maakt zijn glimlach nog intenser.
“Mooi die kleuren,” en hij streelt over de glanzende staartvin “wanneer zullen we daar eens heengaan?”
”We zijn er al een beetje”, zeg ik polsend of hij is waar ik ben, of hij voelt wat ik voel. “Ja mijn meisje daar heb je gelijk in” en pakt mijn hand.