Feeds:
Berichten
Reacties

Om alvast heimwee naar de zomer te krijgen: een mooi herfstgedicht van onze Resi.

Struggle for life

 


Melancholisch tolt

het laatste volhardend

blad aan de boom,

door een kale tak

vluchtig vastgehouden

aan een zilveren draad

van glimmende dauw.

 


Plots steekt een windvlaag op en

danst het veelkleurig

herfstblaadje

gracieus en bevallig

naar beneden

als een stervende zwaan

 


Resi Faessen

Oktober 2008

Advertentie

Gedicht Terry mei 2023

Als liefde zoveel jaar kan duren… zomaar een hartverwarmende impressie van onze Terry.

Een echt paar

 

In een zwart-wit kader geplaatst

geen kleur gegeven aan hun feest

maken zij totaal geen haast

het woord gelaten past het meest

 

zo zoet en stil zitten ze beide

haar hand rust bovenop zijn hand

voor altijd daar aan elkaars zijde

een onuitwisbare vertrouwensband

 

de ogen spreken me zachtjes toe

over liefde, verdriet, hoop en geluk

ze staren vooruit, enigszins moe

hun jeugd immers al jaren stuk

 

de rimpels, de groeven, de lijnen

vormen een karakteristiek gezicht

hij kent haar fouten, zij de zijne

maar op de liefde schijnt hun licht

 

de ervaringen in hun leven

samen ondergaan, samen beleefd

elkaar steun en uitzicht geven

één groot hart dat warmte geeft

 

hoe vertederend vind ik hen samen

al heb ik hen nog nooit ontmoet

toch hoop ik voor de heer en dame

nog jaren van geluk en voorspoed

 

Terry van Lierop

An liet zich deze keer graag inspireren door drie oeroude rivieren.

de Donau


Rivieren



De Donau stroomt door de oude stad Passau,

Driestromenstad genaamd

De Inn en de Iller komen daar samen

en worden in de Donau één,

waar drie kleuren water

zich evenzo verenigen tot één

Op de rotsige kade liggen draakjes van jade

te zonnebaden naast de toeristen

Het water van de Donau

draagt schepen naar de Wolga

waar het lied weerklinkt

Klanken van weemoed



An Cuijpers 

augustus 2009

De Peel: al zo vaak bezongen en beschreven… Resi voegt daar een prachtig persoonlijk gedicht aan toe.

Onbewust

 


dansen mijn voeten

op de tredverende bodem

 


zien mijn ogen schimmige spookgestalten

door het waas van de morgennevel

 


horen mijn oren het kakofonische concert

van de vele watervogels

 


voelt mijn huid de wasemende

vochtige ademing uit de grond

 


drinkt mijn geest alle zintuiglijke indrukken

die zweven boven het land van de Peel

 


Resi Faessen

Juni 2008

Hoe Karins knusse, vertrouwde thuis toneel werd voor een horrorverhaal…

Sloddervos

Al dertig jaar woonde ik samen met deze gulzige alles opslorpende Vampyr. Met de bloeddorst van een jakhals gedroeg hij zich feilloos naar zijn instinct, zijn natuur. Maar… die tijden zijn voorbij. Hij veranderde steeds meer in een aardige, nauwelijks meer imponerende oude beer, die slechts welwillend zwakjes wat bromde.

Hij degradeerde zelfs naar een luie, onverschillige sloddervos: kijk, daar was voor mij de grens bereikt. De taal van schouderklopjes was niet meer aan hem besteed, die van een schop onder zijn kont ook al niet. Zelfs mijn eenzame weerwolf-jankimitatie bij volle maan mocht niet baten. Ik lokte hem dus het duistere Bosch in bij nacht en liet hem daar achter op het OudIJzer Kerkhof.

Vervolgens kocht ik opgelucht een nieuwe stofzuiger.

De horror van steeds meer dwarrelende stofvlokken was toen gelukkig voorbij.

Karin Vossen, april 2023

Een boeiend gedicht van Resi over een boeiende theateravond. Laat je maar lekker meevoeren!


Japanse trommelaars

 


verwachtingsvol geroezemoes

de deuren sluiten

het licht wordt gedimd

het doek gescheiden

 


blinkende kleurige trommels lonken

gespannen vellen nodigen uit

 


opeens een kluwen elastische lenigheid

sierlijke bevallig oosterse mystiek

verborgen achter een verlegen glimlach

 


de eerste slag gevolgd door aanzwellend geroffel

feller opzwepend ritme

het ranselen van de immens grote trommels

geluid van oerkracht

tussentijds het melancholieke klagen

van een houten fluit

 


glimmend verlaat de vrijgekomen energie

de gladde lijven van de trommelaars

om tot dreunens toe de harten

van de toeschouwers te beroeren

 


twee dansers in hun strijd tussen goed en kwaad

de magische beul en de gracieuze geisha

gevecht tussen hellebaard en bloem

 


slotklanken

explosie van applaus

staande verering

 


de gordijnen sluiten het spektakel buigen

het licht is aan

de deuren geopend

 


zinsbegoochelende ervaring

nagalm in mij

 


Resi Faessen-Teeuwen, maart 2008

Gedicht An april 2023

De realiteit van het voorjaarsweer dit jaar, is onze An niet ontgaan…

De realiteit


Ik dwaalde in mijn dromen

onder oeroude bomen

Beladen met ooft

door de zon gestoofd

Rondom mij pioenen

in het gras rond mijn schoenen

Buitelende vlinders erboven

het zomerde hevig

Maar toen ik ontwaakte

het raam openmaakte

voelde ik de kou

Het vroor dat het kraakte!



An Cuijpers-Rutjens

Welkom in het wonderlijke rijk der fabelendieren! Een origineel en fris verhaal van Terry.

Luie zondag


Iedereen verveelde zich.

Het was mooi weer, maar niemand had zin om een poot uit te steken.

Ze kwamen niet verder dan bij elkaar in de buurt hangen en kniezen.

Tot de snotaap voorstelde om een wedstrijd te houden. Het had wat zakdoeken, gesnotter en tijd nodig om de route uit te leggen.

Wie het eerst terug bij de dikke beuk was, had gewonnen.

De schijtlijster voelde eens aan zijn buik en was niet helemaal zeker of het onderweg wel goed zou gaan. Maar hij wou het risico wel lopen.

De gifkikker werd paars van gif, geel en weer groen. Hij vond het vervelend dat hij dit niet had bedacht, maar besloot dat het tijd was voor wat beweging.

De luistervink had zijn hoortrompet verschillende malen goed in zijn oor gestoken, maar hij had het idee dat hij toch het een en ander had gemist.

Maar och, hij zou wel achter de rest aan vliegen, winnen was niet noodzakelijk.

De sloddervos grijnsde al bij voorbaat, sluw als hij was. Maar zijn grijns ging verloren bij het denken aan zijn nieuwe bretels. Die waren waardeloos, zijn toch al veel te ruime broek viel nu bij snelle bewegingen langzaam naar beneden. Er was geen ophouden aan. Maar opgeven, dat nooit!

De kloothommel wist bij voorbaat al dat het voor hem gedoemd was tot mislukken. Zijn klokkenspel was bij geboorte al exceptioneel groot en had hem tot nu toe geen geluk gebracht.

Aangezien de snotaap de wedstrijd bedacht had, mocht hij tot drie tellen. Eén, twee, drie! Iedereen zette zijn beste beentje voor om vooral niet als laatste te eindigen.

Onderweg echter doemde er wat obstakels op.

Doordat de luistervink sneller vloog dan gebruikelijk, verloor deze verschillende malen zijn gehoortrompet. Wat maakte dat hij niet echt opschoot en zijn humeur kelderde. Omdat hij er al vanuit gegaan was dat hij niet zou winnen, ging hij langzamer vliegen zodat hij zijn toeter naar behoren kon vasthouden.

De ballen van de kloothommel waren ook niet gewend om zo door de lucht geslingerd te worden. Ze raakte geïrriteerd en rood, wat pijnlijk aanvoelde voor de hommel. Die met een van pijn vertrokken snoet zo goed en zo kwaad als het ging doorvloog.

De sloddervos had een tactiek bedacht. Hij zou zo hard rennen, dat zijn flodderbroek geen tijd had om af te zakken. Maar hoe hard hij ook ging, de broek liet zich niet misleiden en zakte gaandeweg langzaam naar beneden. Wat maakte dat de vos over zijn eigen poten viel en een flinke bult op zijn kop kreeg.

De schijtlijster had in het begin nog goede moed, maar al vliegende voelde hij de kramp toenemen. Nog een stukje, fluisterde hij tegen zichzelf maar zijn darmen stribbelde flink tegen. Dit ging hij niet meer volhouden. Van ellende dook hij achter een struik om zijn darmen te verlichten.

Ook de snotaap had het niet makkelijk. De warmte van het rennen maakte dat hij begon te proesten en te hoesten. Het snot droop uit zijn neusgaten. Hij moest wel stoppen om zijn neus te poetsen. Na diverse keren, paste hij zijn snelheid aan. Hij kreeg de zakdoeken niet aangesleept.

De gifkikker had over het algemeen al niet zo’n goed humeur, maar dit verergerde bij iedere gestrande deelnemer die hij gaandeweg tegenkwam.

Hij was natuurlijk niet zo snel als de vliegende luistervink, de schijtlijster en de kloothommel. En zeker niet zo vlug als de sloddervos en de snotaap. Stuk voor stuk kwam hij ze min of meer geblesseerd tegen.

De schijtlijster die hij niet zag maar wel rook achter de struik.

De sloddervos die duizelig tegen een boom over zijn kop zat te wrijven.

Het was een vreemd gezicht om de hommel met zijn vuurrode kloten op een bloem te zien zitten, om een zuchtje koele wind op te vangen.

Hij zag de luistervink ijverig proberen zijn toeter onder zijn verenkleed te steken. En de snotaap die vol schaamte zijn loopneus hoopte te stoppen.

De gifkikker werd met de minuut woedender. Waardoor ook hij niet meer vooruit te branden was. De borrelende woede in zijn lijf maakte dat hij zijn kwaadheid eruit moest gooien. Hij had het idee dat hij anders zou knappen. Hij was inmiddels hartstikke paars. Hij ging in het centrum van de slachtoffers staan en schreeuwde: “Is dit nu een wedstrijd? Kijk hoe jullie erbij zitten. En ik ben nog wel de minst snelle.”

De andere begonnen allemaal te sputteren. “Ja maar mijn buik”, riep de schijtlijster. “En met zo’n loopneus kan je niet rennen”, protesteerde de snotaap. “Wat te denken van deze pijnlijke joekels”, wees de kloothommel. “Iedereen weet dat ik de snelste ben,”zei de vos arrogant “maar die rotbroek en die waardeloze bretels.” De luistervink had de kikker wel verstaan, maar niet wat de rest van zijn vrienden allemaal antwoordden. Toen het rumoer verstomd was, keek iedereen hem aan, omdat hij als enige nog niet had gereageerd op de gifkikker.

“Tja”, zei hij zacht, “ik verloor steeds mijn toeter, dus dat schoot maar niet op. Och, ik wist toch al dat ik niet zou winnen, vind ik ook geen probleem. Zo lang als ik maar met jullie, mijn vrienden ben, dan is mijn dag goed.” Zijn vrienden kregen waterige ogen en knikten. Ook de gifkikker had zijn normale kleur weer terug en pinkte een traantje weg.

De rest van de dag genoten ze van elkaars gezelschap, het weer en het helemaal niks doen.


Terry van Lierop

maart 2023

Gedicht Resi april 2023

Wanneer je je niet herkent in dit “donkere” gedicht van Resi, ben je een gelukkig mens…

 

Slapeloos



de nacht kruipt traag voorbij

buiten fluit de wind

ergens huilt een kind

de nacht kruipt traag voorbij



gedachten houden me gevangen

als vogels in een kooi

‘k val aan de nacht ten prooi

gedachten houden me gevangen



op de snelweg raast ‘t verkeer

waar reizen die auto’s naar toe

van ’t denken word ik zo moe

op de snelweg raast ‘t verkeer



ik verlang naar de dag van morgen

als het leven weer leefbaar wordt

maar de dagen zijn toch zo kort

ik verlang zo naar een nieuwe morgen



Resi Faessen-Teeuwen

Dat oergevoel dat je vanzelf overkomt wanneer je je verliest in open vuur: onze Resi vertaalt dat prachtig naar woorden.

De danseres

 

product van aarde en vuur

ontstaan uit de verrezen as

van verborgen mystiek

 

plots oplaaiend en keurig

opzwepend vol gloed

’n moment explosief

 

’t langzaam oprijzen

uit de diepte

gedragen door niets

 

geboren is de danseres

met haar waaierende rok

van flakkerende vlammen

 

’n eenheid geheel omhuld

met kleurige kracht

die leidt tot totale extase

 

Resi Faessen

November 2008