Het plezier van het schrijven spat er vanaf! Een heerlijk griezelverhaal van onze Annie, perfect om in deze donkerste dagen van het jaar veilig thuis te lezen…

Heksenketel
Over vijf weken is het weer zover. Walpurgisnacht!
Mijn hormonen rijzen bijna de heksenpan uit. Heerlijk wat een vooruitzicht.
Ik ga me lekker voorbereiden op de heerlijkste nacht in het jaar.
Mijn nagels heb ik al drie jaar niet meer afgebeten, dus die groeien al lekker.
En dat stomme kind van een dochter van mij zal ik voor straf maar enkele weken in de put gooien. Vanmorgen heeft ze weer mijn mooie spinnenwebben opgeruimd. Dat kan ik nu niet gebruiken. Ik heb namelijk nog enkele dikke spinnen nodig voor mijn soep, want er gaat niets boven een lekkere spinnenbouillon.
Jammer dat je tegenwoordig geen sappige kikkers kunt kopen bij de supermarkt, dat zou mijn huishouden al een stuk gemakkelijker maken. Dat gewroet in de modder elke week hangt me toch wel een beetje de keel uit. Maar och, mijn handen worden er rood en ruw van dus het heeft ook zijn voordelen.
Gelukkig heb ik van vorig jaar nog een pot oorprut staan zodat ik mijn gezicht de eerste weken nog lekker kan insmeren. Jammer genoeg helpt dit niet om mijn puisten tegen die tijd mooi te laten bloeien. Ook mijn wrat is niet meer wat het geweest is; deze moet wat bobbeliger en dikker worden. Morgen ga ik maar eens paddenpasta koken. Zo’n smeerseltje doet wonderen voor je wratten. Probeer het maar eens dames, hi hi hi. Mmm, misschien is die paddenpasta ook wel goed voor mijn puisten?
Trouwens… ik zoek nog een kale man die ik zijn borstharen mag uittrekken. Een aftrekseltje hiervan laat prachtige haren uit je oren groeien.
O, wat heb ik het de eerste tijd nog lekker druk, zalig. Als de kinderen me maar niet lastig vallen met onnozele vragen. Die stomme boekenwurmen! Steeds maar leren en sommen maken.
Altijd hun best doen op school, verschrikkelijk. Vorig jaar heb ik hun boeken onder de heksenketel verbrand, wat een heerlijk vuurtje gaf dat. De kakkerlakkensoep die daar boven pruttelde heeft me toen lekker gesmaakt. Vooral ook omdat ik eindelijk dat duffe zooitje kinderen over de rooie heb gekregen.
De mooiste beroepen zijn voor hun weggelegd, maar nee hoor, ze willen niet. Er is in het hele land een grote vraag naar heksenmeesters en tovenaars. En in Scandinavië is een tekort aan trollenvangers, maar dat stelletje burgerlijke mietjes van mij wil zich niet laten opleiden in ons vak. Ik vraag me wel eens af of er iets mis is met mijn genen, mijn kinderen zijn een schande voor de familie. Daarom laat ik me dit jaar nog eens lekker pakken door een heerlijk, harig exemplaar van het mannelijk geslacht. Ik zal wel eens bewijzen dat ook ik echt duivelsgebroed op de wereld kan zetten. Dat kunnen sommige gewone mensen ook.
Lelijke rotkinderen, ik zal ze de komende weken verrot schelden. Ja, dat is een goed idee, want mijn stem is nog veel te zijig. En als dat niks uithaalt, kan ik nog altijd gorgelen met koningswater.
Lieve mensen, ik heb nog veel te doen… mijn bezem moet ik nakijken, stel je voor dat dat kreng niet start. Dan zou ik hem opvreten uit woede.
Voor die tijd wil ik nog de straat op en kleine etterbulten vangen. Niets zo lekker als je tanden zetten in rauwe kinderbillen. Vooral als ze er hard bij schreeuwen. Dat brengt me helemaal in heksenstemming voor het grote heksenfeest. Het idee alleen al, hi hi hi.
Ik maak we wel zorgen over mijn kat, die is al enkele dagen weg. Als ze zich heeft laten opzadelen met jongen, hoop ik dat het van een zwarte kater is. Zo niet, verdwijnen ze in de paté.
Zoals jullie horen, heb ik het de eerste weken nog erg druk, dus laat me met rust.
Weten jullie wat ik nou het allerfijnste vind?
Dat het hele dorp denkt dat ik een aardige lieve vrouw ben.
Die haar kinderen netjes opvoedt en veel van de natuur houdt.
Jullie weten nou beter, maar waag het niet dit verder te vertellen.
Ik waarschuw maar één keer voor ik jullie kaal scheer en kikkersap laat drinken.
Annie Kessels
(uit de bundel: Heksenketel, 1996)
Plaats een reactie