Het thema van de Winterpoëzieavond 1998 was: roos. Dat inspireerde Annie tot een ontroerend verhaal over een jongetje dat het niet gemakkelijk heeft…
Roosjes verwelken, maar onze vriendschap blijft bestaan
Nog zie ik hem de peuterspeelzaal binnen stappen.
Een klein parmantig kereltje van twee jaar oud. Hij had alleen oog voor auto’s en tractors, totdat het tot hem doordrong dat zijn moeder afscheid had genomen en echt weg was.
Wat was hij boos! En dat bleef hij. Zijn moeder bracht hem elke keer huilend, schreeuwend en stampvoetend binnen. Spelen vond hij heel leuk, de speelzaal ook, maar niet zonder zijn moeder. Stampend, slaand en krijsend maakte hij ons dit duidelijk. Als een wervelwind rende hij van raam tot raam op zoek naar zijn moeder en de leidster was wel de allerlaatste die hem mocht vasthouden.
Een volhouder was hij. Huilend van boosheid droeg hij keer op keer een stoeltje naar de deur zodat hij, staande op die stoel, tenminste aan de klink kon komen. Zijn teleurstelling en boosheid kenden geen grenzen als hij weer tot de ontdekking kwam dat de leidsters de deur op slot hadden gedaan zodat ontsnappen onmogelijk was.
Meestal was zijn energie voorraad na een half uur behoorlijk uitgeput. Hij kroop dan boos in een hoekje waar wij hem afleiding boden door er enkele autootjes neer te leggen. Na enkele weken werd zijn boosheid minder en sleepte hij ons aan een hand mee naar de deur, waar hij ons probeerde duidelijk te maken dat deze open moest. Het was ons duidelijk; hij wilde naar mama.
Van de ene op de andere week was het over. Hij wervelde tussen de andere kinderen door en had alleen maar interesse voor de grote tractor en was hevig teleurgesteld als een ander kind de tractor net zo interessant vond als hij. Naarmate hij ouder werd leerde hij met deze teleurstellingen die het leven hem boden om te gaan.
Na de zomervakantie wisselden alle leidsters van groep en ik verliet het groepje waarin hij speelde. Een nieuwe leidster is erg leuk, maar nu bleek dat hij toch wel erg gehecht was aan de ‘ouwe’. Elke maandag en donderdag stormde hij na speeltijd mijn lokaal binnen om me een knuffel te geven. En dat was niet zomaar een knuffel, nee, ik moest door de knieën en me flink schrap zetten.
Gisteren kwam hij weer binnen met een roos in zijn knuistjes. Zijn oogjes keken wat verlegen en ook een beetje trots. Hij kroop op mijn schoot, armpjes om me heen om afscheid te nemen. Zijn vierde verjaardag was gevierd en hij mocht naar de basisschool. Met een brok in mijn keel aaide ik voor de laatste keer over zijn borstelkoppie, gaf hem een laatste kus en voelde ik voor de laatste keer zijn armpjes om mijn nek. Zijn donkere ogen keken me voor de laatste keer vol aanbidding aan.
Met zijn roosje in mijn hand sluit ik hem voor altijd in mijn hart.
Mijn kleine, grote vriend…..
Annie Kessels
28-11-1997
Wow …. Heel erg mooi! Blij dat ik nog wat #OudeDoos schrijfsels kan lezen op deze manier. Petje af Annie!