Een ijzersterk en waargebeurd verhaal. Annie heeft het met plezier op papier gezet!
Zijn laatst getelde dagen
Al enkele dagen keek hij mistroostig door het raam.
Dat vrolijkt hem ook niet op. Regen, regen en nog eens regen.
Soms ziet hij een lekker dier buiten voorbij vliegen, nat glanzend en onbereikbaar voor hem. Wat een leven, alleen maar vanachter de geraniums de buitenwereld bekijken! Nee, dit was toch niet zoals hij het zich had voorgesteld. Zijn kamergenoot scheen zich niet zo druk te maken, hij pafte zijn sigaretje en liet van tijd tot tijd een vette scheet en verziekte op die manier de toch al bedompte lucht in hun kamer. Die kerel deed alsof hij hem niet zag; alsof hij niet bestond.
Zelfs als hij aan al het lekkers zat dat op tafel staat uitgestald, reageert meneer niet. Het enige wat blijkbaar telt, is voetbal op tv.
Vanmorgen had hij op een nogal irritante manier de aandacht proberen te trekken, maar ach, die ouwe knakker zag hem nog niet staan of vliegen. Was zeker blind of zo.
Misschien was hij ook nog doof, of nog erger, zo dement als een deur. Ja, in het verzorgingstehuis kon je van alles verwachten. Hij moest zorgen dat hij hier weg kwam, hij wilde zijn dagen hier niet langer doorbrengen. Er moest toch een weg zijn om te ontsnappen, etage voor etage.
De dokter is in huis en doet zoals gewoonlijk zijn ronde.
‘Goedemiddag meneer Janssen, hoe is het met u?’ ‘Met mij gaat het uitstekend’ reageert meneer Janssen, ‘maar het is toch wat drie dagen in het verzorgingstehuis en dan al dood.’
De dokter kijkt meneer Janssen vragend aan. ‘Hoe bedoelt u?’ ‘Ik heb nog niets gehoord over een sterfgeval?’ ‘Wie is er gestorven?
‘Och’ zegt meneer Janssen ‘een irritante kwal, dacht dat ik hem niet in de gaten had, zat steeds met zijn vieze poten aan mijn koekjes.’ ‘Ik heb hem een oplawaai verkocht, dacht zeker dat ik niet meer kon meppen, dacht zeker dat ik Parkinson had of zoiets.’ ‘Nee, na drie dagen heeft ie het loodje moeten leggen, dacht zeker dat hij bij mij kon inwonen.’
‘Maar meneer Janssen, waar is de dode?’
Janssen wijst met een bruin berookte vinger naar de vlieg in de asbak. ‘Daar ligt ie.’
n.a.v. Levensfase
7-7-98 Annie Kessels
Hahaha!! Geweldig Annie. Deze kon ik ook nog niet.
Tis toch wat in zo’n verzorgingshuis hè.
Super.