Het verhaal van deze maand is een modern, verrassend sprookje. De boodschap van An is duidelijk!
Verwoestende energie
Er was eens een land hier ver vandaan. Het was een mooi en welvarend land. Altijd al geweest. Door de natuur die nooit extreem was maar in alle jaargetijden mild bleef. Vruchten en bloemen gedijden en daardoor ook de dieren.
Ook het politieke klimaat was wolkeloos. Er waren goede afspraken voor de besturen van land en volk. De techniek en de landbouw werkten nauw samen. De twee chefs van het Landbouwschap en het Ministerie van Techniek zelfs zéér nauw.
Ze hadden door een zéér geheime soort genetische manipulatie een kweekmethode ontwikkeld: op een grote plantage teelden ze kweekreactors. De kleine plantjes waar ze aan groeiden, werden weer overgezet naar grote plantages, die over het hele land verspreid lagen. Zo wisten ze het geheim te bewaren. De beheerders wisten alleen hoe de planten op te kweken, niet hoe ze ontstonden. De reactors zagen er uit als kleine meloenen en ze waren mooi blinkend rood als ze plukrijp waren. Dan werden ze geplukt en zorgvuldig in kratten verpakt. Daarna werden ze over de hele wereld verstuurd.
Iedereen wilde er een hebben. Het zat namelijk zo: zo’n reactor wekte energie op. Was je moe in je benen dan hield je het reactortje ertegen et voilà, voor de rest van die dag had je onvermoeibare benen. Zo werden ze gebruikt door wielrenners.
Maar ook schrijvers en dichters kochten er een. Zij hielden de reactor boven op hun hoofd en ook wel op de hand die de pen hanteerde. Ze werden de eerste uren dan niet moe. En werkende moeders deden ’s avonds zingend de vervelendste karweitjes. Ook een traag darmstelsel kwam er weer door op gang. Juist! Door de reactor tegen de buik te houden. En oude mannen hadden er baat bij. Stromen energie trokken weer door hun oude botten en andere lichaamsdelen.
De plantages konden blijven leveren want de reactors hadden een levensduur van drie jaar. Het enige wat je moest doen, was hem ’s avonds een halfuurtje opwrijven. Owee als je het vergat: dan leverde hij daags erna geen energie. Zo kon het gebeuren dat hele volksstammen hun laatste energie van de dag gebruikten om hun reactors op te poetsen.
Ondertussen zaten de twee uitvinders niet stil. Ze waren steeds op zoek naar nog betere kweekmethoden. Op een dag kweekten ze een reactor zo groot als de Sint Pieter te Rome. En die reactor liep over van energie. Alles werd overspoeld met energie. De bossen overwoekerden de steden en dorpen. De mensen bleven door die enorme energie zo driftig en ongeremd aan hun bezigheden, dat ze er uiteindelijk dood bij neervielen.
Nu is er van dat land niets meer over dan een vuurspuwende berg.
An Cuijpers-Rutjens
November 1994
Geef een reactie