Een avontuur in de supermarkt… een hart onder de riem van Terry voor alle (jonge) moeders, alvast voor Moederdag!
Schaamrood
Da’s lang geleden dat ik ze gezien heb. In onze plaatselijke supermarkt zijn ze nu uit de roulatie: de kleine winkelwagentjes, een gewild object voor peuters en kleuters. Zo ook toen bij mijn zoontje Willem van 2.
Hij stevent rechtstreeks op “zijn” wagentje af, om er dan ook meteen zijn Tubbietoetjes in te knikkeren. Die vier televisiemonstertjes worden constant benoemd en aangewezen. Tinky winky, Dipsy, Lala, Po. Is Tinky winky, Dipsy, Lala, Po. Is Tinky winky, Dipsy, Lala, Po. Is Tinky winky… “Ho even knul,” zeg ik na de zoveelste repetitie “we moeten nog eten vandaag.” en ik probeer hem een andere gang in te loodsen door aan zijn wagentje te trekken. O jee, da’s niet mis! Iedereen in de winkel schrikt wakker of kijkt geërgerd op van zijn boodschappenlijstje. “Goeie god,” denk ik als zijn sirene uitgeloeid is “als dat dadelijk maar geen scene geeft net als toen…”
“Toen” is ongeveer 6 jaar geleden, Guusje zal zowat 2,5 à 3 jaar geweest zijn, Lotte was 1,5. De hele dag door werd er door de een of door de ander gegild. Guusje wou niet dat Lotte ergens mee speelde en Lotte wou zo graag spelen. ’s Morgens nog redelijk fit, koos ik nog de zachte tactiek: uitleggen en praten. Tegen de middag ging deze over in de half-om-half tactiek: nog proberen te bemiddelen maar dan wel op een hardere toon. Op het eind van de middag, iedereen moe, riep ik na de zoveelste sessie vaker kreten zoals: “schei uit met dat gedonder” of: “hou op met dat gesodemieter”.
Ook toen moesten er bij ons boodschappen in huis gehaald, zoals bij zoveel andere huishoudens. Een van die huishoudens, moeder en dochtertje van ongeveer 2,5, liep ook in de winkel. Dochtertje met een klein winkelwagentje waar ze, aan haar gezichtje te zien, al helemaal bezit van had genomen. Eenmaal bij de kassa werd het haar duidelijk dat ze het wagentje terug moest geven, maar dat gebeurde niet zonder slag of stoot. Gillend liet ze zich op de grond vallen om vervolgens te slaan en te schoppen naar alles wat binnen haar bereik kwam. Ook aangekomen bij de kassa keek Guusje dit spektakel even aan, liep toen naar het meisje toe en schreeuwde: “Hou op met dat dèhotemieter!”. Totaal verbouwereerd stond het meisje op en liep naar haar moeder die mij ietwat minachtend aankeek. “Wat een taalgebruik” zag je haar denken. Schaamrood kleurde mijn wangen. Die kreet heb ik gelukkig nooit meer gebruikt.
Na alle boodschappen te hebben verzameld, belanden we bij de kassa. IJverig begint Willem alle spulletjes op de band te zetten. Nou ja, meer gooien. Eigenlijk is het nog net iets te hoog voor hem. Maar goed, hij doet zijn best. Terwijl hij met een zwaai probeert zijn Tubbietoetjes op de band te krijgen, schieten deze uit de verpakking en belanden met een knal op de grond. Kapot. “Hottedomme, hottedomme” schreeuwt mijn peuter luid. Oeps!
Terry van Lierop, 21 mei 1999
Geef een reactie