Voor het verhaal van de maand blijven we nog even in Halloweensferen… geef José een suggestie zoals “de kist” en je krijgt een spannend en zeer verrassend verhaal!
De kist…
Dan neemt hij de sleutel en opent de kist.
Tot zijn onbeschrijfelijke vreugde is die leeg
op één briefje na…
Graftakkenweer! Zijn haar wappert echt alle kanten op.
Met de kraag van zijn trenchcoat hoog opgeslagen banjert hij met zijn in rubberen laarzen gestoken voeten door het natte gras. Het soppende geluid klinkt akelig hard naar zijn gevoel. Maar dat maakt in principe helemaal niks uit, de omgeving is uitgestorven. Hij grinnikt bij de gedachte dat dat eigenlijk wel coherent is aan een kerkhof. De oude grafzerken staan schots en scheef, aangetast door de tijd en moeder natuur. De groene wildernis moet eens een fraai ogend rustpunt zijn geweest voor bezoekers die hun dierbaren eerden. Niets wijst er echter op dat er nog een levende ziel de moeite neemt om dit oord überhaupt te bezoeken. Dikke kans dat de tuinman hier zelf ergens onder de zoden terecht is gekomen. Waarschijnlijk zelfs in een naamloos graf zonder fatsoenlijke steen. Roemloos ten onder gegaan aan zijn inspanningen, een armenluisgraf tussen de gefortuneerde blaaskaken die hem amper apprecieerden om zijn kunst tot rust creëren.
Hij kijkt eens om zich heen, voorzichtig de brokstukken omzeilend die her en der neergevallen zijn. Sommige stenen zien er echt uit als rotte tanden, verbrokkeld en zwart aangeslagen. Namen zijn amper leesbaar alsof de wind ze gedurende vele jaren laagje voor laagje heeft meegenomen. Reliëf is allang vergane glorie.
In de verte ziet hij de graftombe waarnaar hij onderweg is. Begroeid met mos en omarmd door wilde rozentakken en onkruid. Veilig beschut door een poort met daarop een ketting en een dik slot. Hij lacht maniakaal als hij zich bedenkt hoe onnozel dat is, zeker voor zijn familie is dat een zielige vorm van veiligheidswaanzin.
Een slot van niks dat hij in luttele seconden open heeft. De poort is zo gammel, het ijzer verpulvert als het ware tot stof. De tand des tijds heeft zijn werk goed gedaan.
‘Van as tot as en van stof tot stof’, prevelt hij terwijl hij uit zijn broekzak de sleutelbos pakt die de notaris hem heeft gegeven.
‘U zult op zoek gaan naar uw roots, het mysterie zal blijven bestaan tot u het antwoord op de vraag heeft gevonden. Hoe??’, de notaris sprak zelf in raadselen. ‘Mijn vader, God hebbe zijn ziel, heeft me op zijn sterfbed laten beloven dat ik zijn zoektocht naar een familielid zou voortzetten. U bent naar het schijnt de enige overgebleven nazaat meneer. Daarom overhandig ik u nu deze sleutelbos en een plattegrond. Indien u deze puzzel oplost verwacht ik u hier terug zodat ik u het pakketje, dat al die tijd in onze kluis heeft gelegen, kan overhandigen. Daarmee zal dan onze taak er op zitten. Ruim binnen de eeuw die we kregen trouwens’, glundert de pedante man.
‘Ik wens u veel geluk en wijsheid.’
Nou, daar sta ik dan. Buitengewoon tevreden dat ik in relatief korte tijd de kaart wist te ontcijferen. De hanenpoten maakten het er niet makkelijker op maar de plek waar ik moest zijn was voor mij overduidelijk. De tombe is afgesloten door een zwaar metalen deur. Ik neem de grootste sleutel aan de bos en probeer hem in het sleutelgat te krijgen. Het kost wat moeite maar uiteindelijk kan ik hem omdraaien onder het genot van een irritant piepgeluid waarvan ik de rillingen over mijn nek en rug krijg. De deur draait zwaar naar buiten als ik er aan trek en ik voel de vochtige muffe lucht in mijn gezicht slaan. De kille duisternis maakt het geheel enigszins macaber maar dat deert me niet. Te nieuwsgierig. ‘En voor de duvel niet bang!’ Stiekem moet ik toch wel lachen om mijn kinderachtige gedachten, maar dat zal wel aan de zenuwen liggen denk ik. Ik neem de kleine Maglite uit mijn jaszak en knip hem aan. Het scherpe licht onthult een hoge open ruimte behangen met spinnenwebben en jarenlang verzameld stof dat kunstzinnige nestjes heeft gevormd. Op een soort podium staat een kist. Geen gewone houten kist maar een speciaal vervaardigd stalen exemplaar, omwikkeld met meters kettingen en wederom een groot hangslot. Tot het uiterste gespannen neem ik een grote teug lucht en laat die langzaam ontsnappen …
Dan neemt hij de sleutel en opent de kist.
Tot zijn onbeschrijfelijke vreugde is die leeg
op één briefje na…
Meer hanenpoten!
Ik schijn mezelf bij terwijl ik me concentreer op het geschrevene. Het papier voelt droog en knispert maar de inkt is goed behouden gebleven.
Verbaasd begin ik te lezen …
Mijn beste,
Kennelijk bent U een bloedverwant, anders zou U dit nu niet lezen.
Aan U onthul ik het mysterie dat de wereld zoveel jaren bezighield. Waarschijnlijk bent U op de hoogte van mijn Kunsten en mijn prestaties die de wereld verbaasden. Toch was er één iemand die het waagde mij te overtreffen op een bepaald moment, tenminste dat dacht hij. Maar de charlatan zal niet gedacht hebben dat ik zijn truc doorzag en het perfectioneerde tot in de puntjes. Het geloofwaardiger maakte.
Het is niet zo difficiel als de mens denkt. Maar alleen aan U zal ik mijn geheim verklappen. Levend begraven worden is geen kunst, de truc is om er weer levend uit te komen. Mijn notaris of diens bloedverwanten zullen U een pakketje overhandigen als U ze dit schrijven laat zien. Daarin bevindt zich alles wat U nodig heeft.
Hopende op een succesvol vervolg van mijn levenswerk, verblijf ik met zeer grote achting. En wens U een leven vol Magie …
Getekend de dato: 01-10-1926
Verbijsterd bel ik de notaris voor een afspraak, waar ik meteen terecht kan. Ook hij is natuurlijk geïnteresseerd in mijn vondst.
‘Meneer Klok, ik ben zeer verheugd dat uw zoektocht geslaagd is. Mag ik vragen wat u nu met dit pakketje van plan bent?’
Ik kijk de man aan en vraag me af wat hij niet begrepen heeft aan het zinnetje “ Maar alleen aan U zal ik mijn geheim verklappen.”.
‘Dat is voor u een vraag en voor mij een weet, dat houdt de magie er een beetje in’, verkondig ik met een vette glimlach op mijn gezicht.
Ik spoed me huiswaarts en bel mijn vriendin Sittah dat er werk aan de winkel is terwijl ik intussen alvast een houten kist uit mijn hoge hoed probeer te toveren … ik moet nog veel oefenen.
©José Bergh – Berben
Oktober 2017
Geïnspireerd door “De kist” van Karin
Geef een reactie