Neem even een moment voor jezelf om dit prachtig hartverwarmend verhaal van onze Terry te lezen. Dat is beslist de moeite waard! Een pleidooi van Terry voor een hechte buurtgemeenschap, verwoord in het trieste verhaal van Kees…
Kees
Precies om kwart over acht ‘s morgens passeert hij iedere werkdag mijn huis, op weg naar een leuk gesprek of op zoek naar een karweitje waar hij iemand een plezier mee kan doen. Zijn honorarium wordt vastgesteld na het voltooien van zijn opdracht. De mensen geven hem wat ze kunnen missen. Zijn dankbaarheid is altijd even groot, ongeacht het bedrag wat hij ontvangt. Hij telt bij het bedrag de mooie sociale contacten op en rondt dit af naar boven. Met een grote glimlach verlaat hij zijn werkadres van die dag en keert in volle tevredenheid naar huis terug. De dorpsbewoners dragen hem over het algemeen een warm hart toe. Toch zijn er altijd klojo’s die onze goedzak Kees en public te kakken willen zetten. Kees weet dan absoluut niet wat hem overkomt of hoe te reageren. Zijn gezichtsuitdrukking gaat van verbazing naar uitermate verdrietig. Meestal zijn er mensen in zijn buurt die het onmiddellijk voor hem opnemen en het tuig op hun plaats zet.
Hij is een vrolijk, goed mens, altijd in voor een grapje. Zijn gulle lach schalt dan ook menig maal door de ruimte.
Het dorp breidt uit. Net als in andere plaatsen is in ons gehucht behoefte aan nieuwbouw. Kinderen worden volwassen en mensen van buitenaf zoeken de rust op van het platteland. Weilanden veranderen in een mum van tijd in muziek weergalmende bouwplaatsen. Het is een komen en gaan van bouwverkeer en onbekende auto’s, bestuurd door vermoedelijk toekomstige nieuwe dorpsbewoners. Kinderen van oudere dorpsbewoners bouwen grote moderne huizen, die pas gevuld kunnen worden met eventuele kinderen nadat zij geruime tijd met tweeën hebben gewerkt. De oudere mensen die van buitenaf in het dorp komen wonen, bouwen moderne bungalows, gelijkvloers en levensloopbestendig. Wanneer de bouw van de huizen en bungalows is voltooid en wegen plus groen zijn aangelegd, wandelt Kees op z’n gemak rond in de nieuwbouwwijk. Hij geeft zijn ogen goed de kost en probeert met de nieuwe mensen een gesprek aan te knopen. Vertwijfeld en met weinig enthousiasme geven ze hem antwoord op zijn vragen. Ze zien hem liever gaan dan komen. Hij wordt door hen van kop tot teen onder de loep genomen en niet waardig bevonden. In ieder geval niet passend in hun fancy nieuwbouwwijk. Ze vragen zich overduidelijk af wat deze man van hen wil en waarom hij zich in hun wijk bevindt. Kees is zich van geen kwaad bewust. Hij doet wat hij altijd doet, leuke gesprekken aangaan en misschien een karweitje verrichten. Maanden gaan voorbij en Kees verricht elke werkdag wel ergens een karweitje maar meestal in het oude gedeelte van het dorp. In het nieuwe gedeelte ziet hij wel volop mogelijkheden, vooral qua onderhoud van tuinen, maar de bewoners wuiven hem met zachte hand van hun erf. Onze Kees ziet in elk mens het goede en heeft niet in de gaten dat hij eigenlijk niet gewenst is.
Na een tijdje belandt er een brief van de gemeente op zijn deurmat. Met de officiële zinnen die hier in staan, kan Kees helemaal niets. Lezen is sowieso niet zijn sterkste kant. Hij vraagt me of ik weet wat er in de brief staat vermeld. Kort samengevat komt het er op neer, dat de gemeente klachten heeft ontvangen van bewoners uit de nieuwbouwwijk. Ze hebben liever niet meer dat hij bij hen komt ‘schooien’ om werk of wat dan ook. Mocht hij dit negeren dan zullen er andere maatregelen worden getroffen. Ik barst bijna uit mijn vel van kwaadheid. Wat menen ze wel die zogenaamde “elite”. Als ik opkijk van de brief en het gezicht van Kees zie, springen de tranen in mijn ogen. Hij ploft neer in een stoel en vraagt verbouwereerd wat hij in godsnaam fout heeft gedaan. Zo goed en zo kwaad als ik kan leg ik hem uit dat de mensen in de nieuwbouwwijk hem niet zo goed kennen als wij, de oude dorpsbewoners. En niet gewend zijn dat iemand bij hen aan de deur komt om karweitjes te verrichten. Ik adviseer hem voortaan maar in het oude gedeelte van het dorp te blijven. Hij knikt en staat op om weer verder te gaan. Hij ziet er zo terneergeslagen uit, dat ik hem een dikke knuffel geef in een poging hem wat op te beuren. Kees sjokt de deur uit en gaat naar huis. Geen werkdag voor hem vandaag, zijn hoofd zit vol muizenissen.
De brief is hard aangekomen bij Kees, langzaam zie je hem veranderen van een vrolijk goedlachs mens in een sloffende bedachtzame man. Wanneer zelfs sommige oudere dorpsbewoners – opgestookt door de nieuwbouwbewoners – Kees geen blik meer waardig gunnen, gaat het bergafwaarts met onze vriendelijke reus. Ik kan het niet langer aanzien en ga een gesprek aan met een gemeente-ambtenaar die op de hoogte is van de brief. Alles doe ik uit de doeken. Hoe Kees al van kleins af aan het dorp kleurt met zijn vrolijke gesprekken en later met het verrichten van karweitjes. Dat de man de goedheid zelve is en nimmer rare bokkensprongen heeft gemaakt. Zijn dagbesteding bestaat uit het communiceren met andere dorpsbewoners in de hoop hen een lach te ontfutselen. Hoe in hemelsnaam heeft de gemeente het in zijn hoofd gehaald om deze in het dorp geboren en getogen man zo’n rotbrief te sturen, die zijn levensdoel zo heeft ontwricht? Als tegenargument voert de ambtenaar aan dat hij eveneens met de andere nieuwe bewoners rekening moet houden. Hij kan niet ten koste van één man de klachten negeren. Welke argumenten ik van mijn kant uit ook aanvoer, hij is niet bereid van zijn standpunt af te wijken.
Door het verstoorde levensritme en het gedrag van sommige dorpsbewoners komt Kees amper meer in het dorp. Hij scharrelt nog slechts in en rondom zijn huisje. Er zijn verscheidene andere dorpsbewoners die zich om het lot van Kees bekommeren en zij bezoeken hem regelmatig met wat eten of om een gesprek met hem aan te gaan.
Hij is ze er dankbaar voor maar zijn spirit is gebroken. Hij verzorgt zich steeds slechter en ondanks mijn aansporingen kan hij hele dagen in bed liggen. Ik wil hem naar de huisarts brengen maar daar wil hij absoluut niks van weten. Een half jaar later sterft hij aan een hartstilstand, of zoals ik zeg: aan een gebroken hart. Ik kan het amper geloven dat een gedeelte van het dorp deze zachtaardige man zo heeft laten stikken. Verdriet en boosheid vechten om voorrang. Wil ik hier nog blijven wonen? Maar ik laat me godverdomme door die arrogante lui toch niet uit mijn eigen dorp wegjagen! Het is tijd voor serieuze actie.
Daar Kees geen familie meer had, koop ik het huisje met zijn enorme achtertuin en knap het helemaal op. Neem de voortuin onder handen en laat een mooi bord maken voor aan de gevel. De tekst luidt: De grootste schat van het dorp. Weken later gaat de deurbel. Voor de deur staat een cameraploeg van de provinciale televisiezender. Ze reizen door de provincie op zoek naar leuke, eigenaardige en mooie dingen, om zo boeiende en interessante gesprekken te creëren. Een beetje à la Kees. Ze zijn zeer benieuwd naar de achtergrond van de tekst op het bord. Na hen voorzien te hebben van de informatie zijn ze verbouwereerd dat mensen dit hebben laten gebeuren. Ze gaan op weg naar de nieuwbouwwijk om verhaal te halen en hun kant van het verhaal te horen. Daarna komen ze nog even bij me langs en verzekeren me dat ze Kees als mooi goedaardig mens op tv zullen herdenken. Ik geef hen nog een foto mee die ik lang geleden van Kees heb gemaakt, samen aan het werk in de tuin.
Een glimlach van oor tot oor. De foto word later naar me teruggestuurd.
De reportage op televisie doet hem werkelijk eer aan en ik pink menig traantje weg tijdens de uitzending. De gemeente wordt op het matje geroepen bij Provinciale Staten en de gemeenteambtenaar komt zijn excuses bij me aanbieden. Ik zeg dat hij veel te laat is en smijt de deur voor zijn neus dicht. Mensen komen van heinde en verre het huisje en het bord bewonderen, waar eerst die uitzonderlijke lieve man had gewoond. Al snel besluit ik van de achtertuin een pluktuin te maken, met gelegenheid voor een kopje thee en wat lekkers onder de overkapping. Het geld wat ik hierdoor verkrijg zet ik opzij voor een mooi doel. Al snel kan ik een soort zorgboerderij opzetten voor zwakbegaafde mensen zoals Kees. Hun dagbesteding bestaat uit leuke karweitjes in pluk- of moestuin en mooie aardige gesprekken met de bezoekers. Elke dag schalt er wel een lach door de tuin. Heerlijk.
Terry van Lierop, oktober 2019
♥-verwarmend …