Vandaag twee berichten.
Tweede Pinksterdag: de terrasjes mogen weer (beperkt) open en het wordt stralend weer: wat let ons om lekker naar buiten te gaan? Dat dacht Terry ook…
Luchtkastelen
’t Is zondag.
Dat betekent dat onze doordeweekse, voortdravende automatische piloot minimaal twee versnellingen terugschakelt. Wat wij noemen een plof in, zak uit, hangbankdag. Tenminste, dat geldt voor ongeveer vier van onze gezinsleden. Onze kleine spring-in-het-veld en ik zijn dan nog redelijk actief.
Mijn vader vond zondag echt een bosdag. Trok dan met ons tussen de groene reuzen door. Op weg naar een zandplek, een heuse woestijn of een zandstrand, waar we ons installeerden met voetbal, tennisrackets en een schatkist vol versnaperingen.
Later wil ik nog steeds ’s zondags de natuur in, het liefst met een stevige wind. Dat levert mij een vrij en Back to Nature-gevoel op.
’t Is een druilerige dag, maar ik vind toch twee vrijwilligers die met mij op pad willen gaan. Eenmaal aangekomen nemen we de kortste route, daar Willem meestal na tien minuten toch wel heeeel erg veel zin krijgt in warme chocolademelk. Twee grote berkendoders brengen een vleugje enthousiasme bij mijn jonge woudlopers. De voorbijzeilende wolken, van licht naar donker, zetten hun fantasie aan het werk. We zien draken, auto’s, vissen en zelfs ome Theo voorbij komen. Dat ze zichtbaar wat meer gaan genieten van de natuur brengt ook mij in de wolken. Zie ze al in actie bij Greenpeace, op de bres voor de walvis, of op z’n minst als gidsen in de Peel.
Zo bouw ik mijn eigen luchtkasteel. Totdat deze uiteenspat door een ongelooflijke pokkenherrie. Mijn scouts veren met veel enthousiasme overeind, daar kan geen wolk of berkendoder tegenop. Door de bocht komt een ruige crossmotor met dito berijder, die op het rechte pad nog eens extra gas bijgeeft. Bijgekomen van deze naderende verrassing roepen de jongens in koor: “Vet strak!!!” Hier proef ik duidelijk de invloed van hun twee puberende zussen.
“Mam, mag ik nu wat chocolademelk?”
“Ja, dat waren zoveel paadjes, wel eenmiljoenhonderdduizend paadjes, misschien kunnen we de auto wel niet meer terugvinden.”
“We hebben d’r echt wel een speculaas bij verdiend.”
Na DRIE uitgelopen paadjes laten mijn expeditieleden het helemaal afweten, dus maar terug naar het kamp.
Bij de auto neem ik mij voor om de volgende keer een enthousiastere medewandelaar mee te nemen. Onze hond Toets. Misschien krijgt zij wèl het Back to Nature-gevoel. Komt bij onze slome Cocker wellicht een klein beetje wolf bovendrijven.
Of… is dat weer een luchtkasteel?
Terry (Robinson)
21 januari 2004
Geef een reactie