Wie kent dat niet: dierbare herinneringen aan een eindeloze dag aan het strand? Terry brengt die schitterend onder woorden.

Herinneringen
Voorzichtig komt hij aangelopen, het kleinood bedekt door zijn jonge handpalmen. Beschermend, zo trots op zijn nieuwe aanwinst. “Kijk mama wat ik nu toch heb gevonden”, roept hij al van ver. Het is een jong kreeftje, dood weliswaar, maar desalniettemin een kostbare aanwinst voor zijn verzameling. “Ik ga weer verder zoeken”, roept hij, al rennend naar de branding waar schuimende golven grommend de finish bereiken. Al kijkend naar de kleine gestalte van mijn jongste zoon dwaal ik af naar herinneringen uit mijn jeugd.
Elke zomer was het feest aan zee. Speurend aan het water naar “vreemde” schelpen, prikkend in kwallen en het o zo teder oppakken van zeesterren. Om ze daarna minder liefdevol te laten uitdrogen in de zon. Mijn jongste zus, toen amper drie jaar oud, snapte al die commotie niet rondom het droogritueel van de zeesterren en bekeek het van een afstandje. Eenmaal klaar gingen we op zoek naar de boterhammen. Jutten maakt hongerig en ook Dorothé, mijn jongste zus, kon wel een lekkere snack gebruiken, zo bleek. Langzaam liep ze naar de zeesterren, pakte de grootste eruit en beet een tentakel af. Onze mond, inclusief inhoud, viel open en al hoestend en proestend schreeuwden we onze minachting en verbazing uit.
Tegen de avond begon voor mijn broer en mij het “ruige” leven! Duiken in wat toen metershoge golven leken. Geweldig! “Ivanhoe”, schreeuwde mijn broer en dook dan met zijn denkbeeldige zwaard de golven in. Aangezien ik niet zoveel ophad met Ivanhoe, mocht ik Neptunus zijn met zijn drietand. In gedachten verbeeldde ik mij soms dat ik een zeemeermin was, daar ik de koning van de zee wel interessant vond, maar niet zo aantrekkelijk.
De eerste duik was altijd zo ontzettend spannend. Het water was koud, je zag niets, hoorde alleen het geluid van de zee en altijd was er de schrik om een kwal tegen het lijf te lopen. Net als die ene keer. Mijn broer en ik waren afgedreven op ons luchtbedje en kwamen tot de ontdekking dat we waren omringd door die slijmerige monsters. Wachtend tot wij van het luchtbed zouden vallen, om ons daarna al zuignappend naar onder mee te sleuren. Paniek! Met veel gepeddel en gemanoeuvreer bereikten we al huilend de kust, waar mam ons al troostend met een handdoek en kwallenbeetzalf opwachtte.
Ook mijn dochters en oudste zoon zijn wat huiverig om in de golven te duiken. Eenmaal de smaak te pakken, zijn ook zij niet meer te stoppen. Ze zwaaien naar me om daarna met veel geschreeuw de golf te lijf te gaan. Geeft een goed gevoel dat ze zich zo zorgeloos vermaken. Ik pak alvast de boterhammen en de kwallenbeetzalf uit en spreid handdoeken. Wanneer ze later nat en met handdoek om hun boterham opeten, showt Sam zijn bij elkaar geraapte verzameling. Gelukkig voor hem is hij de jongste, de anderen knikken bewonderend. Ontroerd en tevreden bekijk ik mijn kroost, hopend dat ze later net zulke leuke herinneringen zullen koesteren als ik.
Terry van Lierop
15 augustus 2007
Geef een reactie