Wat hebben wij veel prachtige herinneringen aan de “beroemde” tuin van Peter en Anja! Karin werd vooral stil van al dat leven rondom hun vijver. En vooral van de kikkerconcerten!

Niet zo maar een vijver
Hij valt niet op en slechts weinigen weten van zijn bestaan. Hij ligt onopvallend te stralen, uit te nodigen, zichzelf te zijn: constant in verandering, geen dag hetzelfde. Dat laatste alleen al is een adembenemend sprookje.
Op zomerdagen geeft de zon opdracht aan duizenden sterren om overdag aan het wateroppervlak te flonkeren als de allerbest geslepen diamantjes. Alles en iedereen is warm en voldaan. Aan de rand rusten schaduwen tevreden uit.
Wanneer de dagen roestbruin kleuren en duidelijk beginnen te korten, hoor je insecten héél zachtjes krioelen en ritselen tussen gevallen blaadjes, klontertjes vochtige aarde en de meest vreemde zwammetjes. (Inderdaad, daar moet je wel heel goede oren voor hebben, maar waarom zou je het niet proberen?)
Met de komst van de winter verstilt het water en al het leven rondom. Onder een koude-werende witte mantel van geduld en vertrouwen wacht alles op het naderende nieuwe groen. De bomen wachten, de knaagdiertjes wachten, de mensen binnen in het huis vlakbij de vijver wachten. Het is een zoet tijdverdrijf.
Dan geeft er iets of iemand het sein groen. Zomaar ineens trilt de hele vijverwereld. Vogels kwetteren van een nieuw leven. De lucht is gevuld met hun stoutmoedig gezang dat overal rondom de vijver ijverig wordt beantwoord. De eerste eierschalen breken door naar het daglicht en de eerste kleine kraaloogjes besnuffelen nieuwsgierig hun toekomst.
En wat doen die mensen in dat huis bij de vijver? Zij spitsen hun oren en eindelijk, dáár is het dan: het bezwerend niet aflatend gekwaak van kikkers. Zo mooi, zo intens. Op dat moment beginnen ook hun harten te kloppen voor de lente en rennen ze naar buiten. Want waarom zou je niet van binnen een kind zijn en blijven en proberen een kikker te kussen?
Karin, 27 maart 2013
Geef een reactie